Toen Robin in 2009 bij STI Engineering begon, nam hij zijn kennis over 3D mee van de opleiding Werktuigbouwkunde; “We maakten ‘platte’ tekeningen; 3D was nog de toekomst. Bij STI was er al een begin mee gemaakt en dat trok me. Maar ik dacht vooral: ‘wow, supermooie jachten. Daar wil ik wel aan meewerken’.”

STI Engineering is hét Feadship-bedrijf dat de gehele technische installatie aan boord van de superjachten gedetailleerd uitwerkt. “Tot het past,” benadrukt Robin. “Denk aan alle leidingsystemen, alle ventilatie, alle componenten en kabelbanen voor elektra. We tekenen het gehele prototype in 3D. Je moet het zo zien: de architect maakt een prachtig ontwerp, wij werken het technisch helemaal uit. Het jacht moet wél – veilig! - de wereldzeeën kunnen bevaren. Dat maken wij mogelijk. Als je vraagt: ‘waar ben je het meest trots op’? Dan zeg ik: dáárop.”

“De architect maakt een prachtig ontwerp. Wij engineers werken het technisch zo uit, dat het jacht daadwerkelijk veilig de wereldzeeën kan bevaren”

Robin startte destijds als technisch tekenaar. “Voordat je senior bent, heb je al aan heel wat Feadship-jachten gewerkt”, zegt hij. “Dat zijn echt ervaringsjaren. Als je bij ons binnenkomt als junior engineer, dan begeleiden twee collega’s je naar een zelfstandige engineersfunctie.” Hij vertelt: “We brengen je snel groot. Als senior engineer begeleid ik junior collega’s technisch-inhoudelijk. De project engineer doet dat projectmatig, in het contact met de klant.”

Die klant, dat zijn natuurlijk de Feadship-afbouwwerven. Daar wordt ‘in het echt’ gebouwd wat bij STI is ontworpen. “Best kicken om met elkaar dat jacht te bouwen,” zegt Robin. Zelf werkt hij met name aan de technische ruimtes: de machinekamers. “Al zit ik als engineer aan mijn bureau, ik ben intensief betrokken bij de werf. Als ik iets niet passend zou krijgen, of iets verkeerd zou engineeren, dan lopen ze daar immers op vast. Van de werf ontvang ik veel technische informatie, daarna heb ik veel contact met hen en soms ook met het klantteam van de eigenaar. We willen onderling perfect afstemmen.”